Wat is een geleidings- of conductief gehoorverlies?
Bij een geleidings- of conductief gehoorverlies wordt een geluid niet goed door de gehoorgang en/of het middenoor naar het binnenoor geleid.
Figuur 1: geleidings- of conductief gehoorverlies t.h.v. het
rechter oor, het linker oor hoort normaal
Hoe wordt een geleidings- of conductief gehoorverlies vastgesteld?
Dit gehoorverlies uit zich op de gehoortest of audiogram (figuur 1) als een normale test van het binnenoor (afgenomen met behulp van beengeleiding via een beenvibrator, groene stippellijn) en een verminderd gehoor bij een test met een hoofdtelefoon (luchtgeleiding, rode doorlopende lijn). Met de stemvorktesten (Rinne en Weber) kan dit worden bevestigd. Het tympanogram, de stapediusreflexen en/of de VEMP-test kunnen helpen bij het bepalen van het type van geleidings- of conductief gehoorverlies.
Wat is de oorzaak?
Geleidings- of conductief gehoorverlies kan het gevolg zijn van een probleem op verschillende niveau's. De verschillende mogelijke oorzaken zijn t.h.v.:
- de gehoorgang:
- een cerumenprop (oorstop)
- een vreemd voorwerp
- een afwezige gehoorgang
- vocht
- een infectie
- een osteoom of exostose
- het trommelvlies:
- een trommelvliesperforatie (gaatje in het trommelvlies)
- tympanosclerose (verkalking in trommelvlies en middenoor)
- de gehoorbeentjes:
- de trommelholte:
- cholesteatoma
- onderduk in het middenoor
- otitis media (vocht en/of ontsteking in het middenoor)
- het binnenoor:
- een intralabyrinthair schwannoom
- 3de venster zoals bij dehiscentie van het superior semicirculair kanaal
Wat is de behandeling?
De behandeling verschilt afhankelijk van de onderliggende oorzaak, de mate en type van het geleidings- of conductief gehoorverlies. Ook de status van het tweede oor speelt een belangrijke rol. Bij acute problemen kan er o.a. gebruik gemaakt worden van medicatie. Voor verschillende onderliggende oorzaken is chirurgie een mogelijkheid (o.a. plaatsen van buisjes, myringoplastie of trommelvliesherstel, ossiculoplastie of herstel van de beentjesketen, stapedotomie of vervangen van de stijgbeugel). Soms wordt er gebruik gemaakt van een hoortoestel, soms van een botverankerd hoortoestel of middenoor implantaat. In zeldzame gevallen (wanneer bovenstaande behandelingen niet toereikend zijn en/of er sprake is van doofheid) kan men beroep doen op een cochleair implantaat. Zeer zelden is het nodig een hersenstam implantaat te plaatsen.
Wil u meer weten over conductief gehoorverlies?
Uitgebreide informatie hierover is steeds te verkrijgen via onze artsen.
Let op!
De informatie hierboven is de beschrijving in grote lijnen. In elk individueel geval zal het verhaal steeds wat kunnen afwijken van hetgeen hierboven werd beschreven.