Wat is een oorschelpafwijking?
Met een oorschelpafwijking wordt hier een aangeboren duidelijke vormafwijking bedoeld anders dan een flapoor of afstaand oor. We spreken over een congenitale majeure malformatie van de oorschelp. Deze malformatie kan één of twee zijden aantasten. De afwijking is vanaf de geboorte zichtbaar. Agenesie is de afwezigheid van 1 of beide oorschelpen. Dysgenesie is een onvolledige of abnormale vorm van de oorschelp (nog structuren van een normale oorschelp zichtbaar). Deze afwijking gaat dikwijls gepaard met afwijkingen ter hoogte van de gehoorgang (atresie of zeer enge of afwezige gehoorgang), het middenoor en in zeldzame gevallen ook ter hoogte van het binnenoor. Indien andere lichaamsdelen ook een aangeboren afwijking vertonen, spreekt men van een syndroom. In de meerderheid ter gevallen (75 %) betreft het een alleenstaande afwijking. Indien er een malformatie bestaat zowel op esthetisch vlak als op functioneel vlak zal men trachten een oplossing te bieden voor beide problemen.
Esthetisch aspect: het uitzicht
De oorschelp is een zeer complex kraakbenig lichaamsdeel bedekt met huid. Het speelt bij de mens slechts een kleine rol in het richtinghoren en opvangen van geluid. Indien een nieuwe oorschelp vervaardigd wordt, hebben we dus een nieuw kraakbenige structuur nodig. In het verleden werden kunstmaterialen uitgetest alsook donor materiaal van een familielid, alsook gekweekte kraakbeencellen. Deze technieken geven tot nu toe geen bevredigende resultaten. Alleen het ribkraakbeen van de patiënt zelf is hiervoor geschikt aangezien het volledig als lichaamseigen wordt aanvaard. Ook kan vanaf de leeftijd van 8 jaar een voldoende groot oppervlak hieruit gesculpteerd worden. De ingreep welke in onze dienst toegepast wordt, is op heden de Nagata techniek, genoemd naar de Japanse chirurg die de techniek van Brent heeft gemodifieerd. Deze ingreep verloopt in twee tijden. Tijdens de eerste ingreep (circa 5 dagen hospitalisatie) wordt uit eigen ribkraakbeen een oorschelp gesculpteerd welke zo goed mogelijk het (meestal normaal) ander oor bespiegeld. Na verwijdering van het misvormd kraakbeen via een insnede over dit misvormd kraakbeen wordt onder de huid een pocket gemaakt waarin de nieuwe oorschelp op de correcte plaats kan geschoven worden. Een aspiratiesysteem zorgt ervoor dat de huid goed aanleunt tegen de nieuwe oorschelpvorm. De eerste maand na de ingreep wordt aan de patiënt gevraagd geen sport te beoefenen of geen zware handenarbeid uit te voeren. In een tweede tijd (circa 3 dagen hospitalisatie) wordt het nieuwe oor, dat volledig onder de huid zit, los gemaakt, zodat dit net als een normaal oor een beetje afstaat van de schedel. Men maakt als het ware een plooi achter het oor. Eventuele bijkomende vormcorrecties kunnen dan ook uitgevoerd worden. Voor deze tweede tijd is een huidtransplantatie noodzakelijk die dikwijls afkomstig is van en genomen wordt ter hoogte van de plooi achter het ander oor. Soms wordt het ook genomen van het bovenbeen of ter hoogte van de behaarde hoofdhuid (de haren groeien nadien terug). De huidincisie ter hoogte van de ribben is ongeveer 4 à 5 cm lang en in de richting van de ribben alsook aan de zelfde zijde als het te reconstrueren oor. De ideale leeftijd voor de plastische reconstructie is vanaf 8-jarige leeftijd omdat de lichaamsbouw voldoende ontwikkeld moet zijn om voldoende ribkraakbeen te kunnen preleveren. Op deze leeftijd begrijpt het kind meestal het doel van de ingreep en de postoperatieve richtlijnen na deze heelkundige ingreep. Tussen de eerste en de daaropvolgende tweede ingreep laat men meestal een 6-tal maanden helingstijd. Valt op te merken dat na de eerste ingreep de vorm van de oorschelp reeds aanwezig is doch de oorschelp nog zeer gezwollen voorkomt door oedeem. Na een tweetal maanden neemt deze zwelling flink af.
Functioneel aspect: het gehoor
In zeldzame gevallen, wanneer de gehoorgang zeer nauw is (de zgn. filiforme gehoorgang) en als de middenoor- en binnenoorstructuren normaal zijn, kan eventueel een nieuwe gehoorgang gemaakt worden, d.m.v. een gehoorgangreconstructie. Indien de misvorming te uitgesproken is, wordt de voorkeur gegeven aan een botverankerd hoortoestel (BAHA) welke achter het oor geplaatst wordt (schroefje in het bot achter het oor). Het betreft een schroefje welke op heelkundige wijze in het bot achter het toekomstig oor geschroefd wordt. Na een helingstijd (welke bij kinderen langer moet zijn) wordt een tussenstuk geplaatst tussen de schroef en het hoortoestel (abutment). Het botverankerd hoortoestel heeft als voordeel dat de trillingen opgevangen worden door een microfoon, versterkt worden door het toestel en doorgestuurd worden naar het schroefje. Door beengeleiding kunnen de trillingen dan onmiddellijk overgaan naar het binnenoor. De gehoorgang en de middenoorstructuren worden als het ware omzeild. Doorgaans geeft een BAHA, indien de beengeleidingsdrempels normaal zijn, een quasi normaal gehoor. Dit is een ideale oplossing bij tweezijdige majeure oormalformaties. Bij eenzijdige majeure oormalformaties kan een proefperiode met een BAHA-beugel ingelast worden om te zien of de patiënt hier duidelijk baat mee heeft. De laatste jaren is er ook een nieuwe ontwikkeling van andere implanteerbare hoortoestellen. Er is het Sophona-toestel dat een botverankerd hoortoestel is waarbij er geen percutane connecties meer bestaan, maar waarbij er gebruik gemaakt wordt van een magneet. Er zijn de middenoor implantaten: het Vibrant Soundbridge systeem (Med-El) en de middle ear transducer (Otologics). De voor- en nadelen van deze systemen worden met de oorarts uitgebreid besproken.
Wil u meer weten over oorschelp- en gehoorgangafwijkingen?
Uitgebreide informatie over oorschelp- en gehoorgangafwijkingen is steeds te verkrijgen via onze artsen.
Let op!
De informatie hierboven is de beschrijving in grote lijnen. In elk individueel geval zal het verhaal steeds wat kunnen afwijken van hetgeen hierboven werd beschreven.